Uit onderzoek blijkt dat mensen, dieren en planten ongeveer 60 mineralen gebruiken voor bouwstoffen, maar ook om allerlei lichaamsprocessen te laten functioneren.
Sommige van deze mineralen zijn slechts nodig in zeer kleine hoeveelheden. Voor de aanmaak van vitaminen zijn mineralen nodig.
Vitaminen worden wel essentiële micronutriënten genoemd, omdat ze dagelijks met de voeding moeten worden opgenomen voor het in stand houden van de gezondheid en een normale groei en ontwikkeling.
Net als vitaminen behoren de meeste mineralen ook tot de zogenoemde essentiële voedingsstoffen, wat wil zeggen, ze zijn onmisbaar zijn voor het lichaam.
Het lichaam kan ze niet zelf maken. Ze moeten dus via de voeding worden opgenomen.
Met mineralen bedoelen we niet gesteenten of metalen zoals die in de natuur voorkomen. We bedoelen mineralen die als vaste stof in veel van voedingsmiddelen voorkomen. Ze worden opgenomen door planten en dieren en komen zo in onze voedselketen terecht.
Mineralen spelen een hele belangrijke rol in veel processen in het lichaam. Als voorbeeld noem ik: bouwstof of onderdeel van stofwisselingsreacties. (ook in de lever spelen mineralen een grote rol bij honderden omzettingsacties).
De meeste mineralen komen in zeer kleine hoeveelheden in de voeding voor.
De behoefte van ons lichaam varieert van honderden milligrammen tot enkele grammen per dag. Er zijn ook mineralen die ons lichaam in kleinere hoeveelheden nodig heeft, in microgrammen. Deze worden ook wel spoorelementen genoemd. Tot de groep essentiële stoffen horen: fluor, chroom, ijzer, jodium, koper, vanadium, mangaan, molybdeen, selenium, silicium, zink en borium.
Mineralen en spoorelementen moeten dus in voldoende mate aanwezig zijn in de bodem. Uit verschillende onderzoeken van over de hele wereld blijkt dat hoeveelheid mineralen en vitaminen in voeding met 25 tot 75% is afgenomen. Een belangrijke oorzaak hiervan is de manier hoe met de bodem omgaan en de kwaliteit van de mest die er op wordt aangewend.
Uit onderzoek van het ministerie van volksgezondheid, blijkt dat alle mensen in Nederland voor bepaalde mineralen en vitaminen de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) niet halen. Dit onderzoek is uitgevoerd bij 6000 mensen in Nederland waarbij men precies heeft vastgesteld wat er gegeten wordt. Daarbij zijn 226 voedingsmiddelen opnieuw geanalyseerd. Daaruit bleek dat veel voedingstoffen behoorlijk afwijken van de gehanteerde voedingsmiddelen tabellen.
Met dit onderzoek is nooit wat gedaan. Ook het voedingscentrum geeft in haar rapport, richtlijnen goede voedselkeuze aan dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor ijzer, zink, selenium, foliumzuur, vitamine A en vitamine D door veel Nederlanders niet gehaald wordt.
Uit een onderzoek van de consumentenbond in 2005, wat mede gefinancierd is door het Ministerie van Landbouw, naar het verschil tussen biologische en gangbare groenten, bleek 10 van de 14 onderzochte groenten (zowel biologisch als gangbaar) meer dan 60% minder vitamine C te bevatten dan oude voedingsmiddelen tabellen aangeven.
meting CB 2005 | oude meting | verschil | |
andijvie | 0,1 | 4 | -97% |
bloemkool | 29 | 80 | -64% |
broccoli | 17,8 | 110 | -84% |
champignon | 4,4 | 5 | -12% |
ijsbergsla | 0,1 | 3 | -96% |
komkommer | 0,1 | 10 | -99% |
rode paprika | 155,4 | 150 | +3,6% |
sla | 0,2 | 10 | -98% |
sperzieboon | 1 | 5 | -80% |
spinazie* | 0,2 | 25 | -99% |
tomaat | 14,7 | 15 (25 in 1975) | -2% (-41% t.o.v. 1975) |
ui | 6,2 | 10 | -38% |
winterpeen | 0,1 | 2 | -95% |
witlof | 0 | 5 | -100% |
*geldt niet voor diepvriesspinazie
Veel groenten die op substraat worden verbouwd ( de mineralen worden via het water gegeven ) krijgen maar een beperkt aantal mineralen toegediend. Selenium zit daar vaak niet bij of in geringe mate.
Selenium is een zeer belangrijke antioxidant, wat ons beschermt tegen kanker en een rol speelt bij het gezond houden van het hart en ons immuunsysteem. In Finland wordt nu al meer dan 20 jaar verplicht selenium aan de kunstmest toegevoegd en daar is het aantal mensen dat overlijdt aan hart en vaatziekten met 35 tot 40% afgenomen.
Een onderzoeker als William Albrecht ( een professor in Amerika ) heeft uitgevonden wat er in de bodem aan mineralen, spoorelementen en bodemleven moet zitten voor optimale gezondheid van plant, dier en mens.
In Zuid-Afrika merkten ze in supermarkten dat als boeren volgens dit systeem werken de producten langer houdbaar waren. Normaal moest men ongeveer 15% weggooien en van boeren die volgens dit systeem werken maar 3%.