Voorzaaien

U heeft zaad gekocht of een aantal zaden bewaard van het vorige seizoen.

Stap 2 is nu het zaaien of poten van zaden. U kunt een deel van de plantenzaden alvast voorzaaien. Dat kan op de tuin, in bijvoorbeeld een kasje, of bij u thuis in een kasje.
Als het zaad is uitgegroeid tot een klein plantje dan kun je de kleine plantjes gaan uitpoten in je tuin. Dat noemen we verspenen.

Niet alle planten kun je verspenen: spinazie bijvoorbeeld niet. Sla, andijvie en allerlei koolsoorten wel.

Dat verspenen kost de plant veel kracht. De plant is opgeweekt en zal bij het verpoten opnieuw goed wortel moeten zetten. Dat kan wel bij sla, andijvie, koolplanten en rode biet, maar veel minder goed bij de meeste bonensoorten. Nu zijn de zaden van bonen redelijk groot dus bonen kunnen als het ware per stuk worden gepoot. Dat kan in kleine potjes van plastic. Nog beter is potjes van turf, die zet je na de groei en zijn geheel in de grond. De turf verteert namelijk. In een plastic potje haal je het plantje heel voorzichtig uit het potje en zet die in de grond.

Ook tomaten en komkommers kun je goed thuis voorkweken. Belangrijk bij het voorkweken zijn warmte, licht en vocht. Er zijn allerlei kleine kweekkasjes voor thuisgebruik. Zet je die op een warme en liefst zonnige plaats dan groeien de zaden redelijk snel uit tot plantjes. Wat verder de groei nog bevordert is gebruik te maken van goede zaaipotgrond.

Zijn de plantjes gereed voor de tuin dan is het verstandig de plantjes alvast te laten wennen aan de buitentemperatuur. Gedurende een week zet u dan de plantjes overdag buiten en s’avonds weer binnen. Steeds wat langer. We noemen dat afharden.