Groente verbouwen doen we niet lukraak, maar doen we juist heel planmatig.
Het ontwerp van de volkstuin of moestuin moet daarom heel bewust worden gekozen. Zo krijgen we de mooiste groenten en hebben we weinig last van allerlei plagen.
Startpunt bij de indeling van de groentetuin is jezelf af te vragen welke groenten je lekker vindt. Om het tot een succes te brengen moet je het zeker in het
begin eenvoudig houden.
Dus kies voor lekker en eenvoudig, zeker in het begin.
Makkelijke groenten zijn onder meer sla, andijvie, radijs, spinazie, uien, boontjes, spitskool en tuinbonen.
Meer bijzondere gewassen als tomaten en komkommer zijn prachtig om te zien en groeien en heerlijk om te eten, maar vereisen veel zorg.
Belangrijk is ook goed rekening te houden met de hoeveelheid grond.
Aardappelen vers gerooid en gegeten van eigen tuin zijn zeer smakelijk maar nemen wel veel ruimte in beslag. Dat geldt ook voor koolplanten als rode, witte, spitskool.
Is het eenmaal laat in het voorjaar dan zijn veel groenten inmiddels geoogst en heeft u voldoende plaats voor bijvoorbeeld boerenkool en spruitkool.
Ook van belang bij de indeling is het seizoen. Zo kan je aardappelen van de vroege soorten, zoals Frieslander gaan poten begin april en oogsten rond half juli. Na de oogst kan u op dat vrijgekomen stuk grond bijvoorbeeld boerenkool- en spruitkoolplantjes gaan verbouwen.
De wisselteelt van groenten
Het is belangrijk de groenten steeds van plaats te laten wisselen om ziektes te voorkomen. Lees verder »
Volkstuindersvereniging Ermelo 