De aardappelziekte Phytophthora in uw volkstuin of moestuin
Hoewel de schade per jaar wisselt moet bij aantasting door deze schimmelziekte een deel van de opbrengst als verloren worden beschouwd.
Zodra u op het blad van de aardappel of in de oksels van de bladeren een bruine verkleuring ziet, met aan de onderkant op de scheiding van bruin en groen een witte schimmelrand, is het welhaast zeker de beruchte Phytophthora schimmel. Op dat moment is het helaas niet meer zinvol om alsnog bestrijdingsmiddelen te gebruiken. En bovendien gebruiken we natuurlijk het liefst zo weinig mogelijk van dergelijke middelen bij onze groente.
Het kwaad is reeds geschied en de schimmel woekert voort. Het beste kunt u op dat moment zo snel mogelijk de aardappelen rooien, op laten drogen en de eerste weken regelmatig doorzoeken naar zieke exemplaren. Is de aantasting heel licht, dan kan worden volstaan met het verwijderen van stengels en blad. Alleen wanneer uw composthoop goed broeit mag het loof op de composthoop. De hoge temperaturen doden in dat geval de schimmelsporen.
Is de situatie anders dan omschreven dan moet het loof in de GFT-container (bij het composteerbedrijf zijn de temperaturen zeker hoog genoeg) of verbranden maar dat is niet overal toegestaan.
Maatregelen
Er zijn gelukkig wel wat mogelijkheden om deze schimmelziekte minder kans te geven. Ten eerste moet de grond waar de aardappelen het komende jaar geteeld worden, niet zwaar bemest worden. Hoe minder blad, hoe sneller de aardappel-plant weer opdroogt. De bemesting moet ook zeker ook niet te zuinig zijn.
Op het moment dat de ziekte begint moet er al voldoende opbrengst zijn.
Ook kan de plantafstand vaak veranderd worden. Tussen de rijen een afstand aanhouden van 70 tot 75 cm.
In de rij mogen ze dan wat dichter op elkaar: 25 tot 30 cm.
Een nogal gevoelig punt is het te verbouwen ras. Over smaak valt natuurlijk niet te twisten. Maar een feit is dat tuinders vaak een uitgesproken menig hebben over welk ras aardappelen ze willen eten. Het heeft soms heel wat voeten in de aarde voordat er een ander ras geteeld wordt. Om toch nog met plezier aardappelen te kunnen telen zonder gebruik te maken van chemische middelen, zult u toch een keuze moeten maken uit minder gevoelige rassen.
Texla is momenteel het sterkste aardappelras. Dit ras is zelfs in staat om een aantasting in het blad te stoppen.
In 1845 zorgde de aardappelziekte Phytophthora infestans jarenlang voor slechte aardappeloogsten. Vooral Ierland werd zwaar getroffen.
In de eerste helft van de 19de eeuw brak in Ierland de aardappelziekte uit. Het was toen nog niet bekend dat je de aardappelen niet steeds op dezelfde plaats moet telen. De gevolgen van de aardappelziekte waren zo enorm dat honderdduizenden Ieren de hongernood stierven en miljoenen mensen besloten te emigreren naar Amerika om daar een nieuw bestaan op te bouwen.
U kunt zich voorstellen dat door zo’n ramp de interesse om gewassen tegen plantenziekten als Phytophthora te beschermen sterk is toegenomen.
Er wordt daarom veel onderzoek naar gedaan, ook aan Wageningen Universiteit.
De sleutel voor een duurzame oplossing voor Phytophthora ligt wellicht in het Andesgebergte van Latijns Amerika. Daar groeien de wilde aardappelsoorten die resisten t zijn tegen Phytophthora.
De Wageningse onderzoekers zijn nu bezig om deze resistentie eigenschappen uit de wilde aardappel over te brengen naar onze gecultiveerde aardappel.