Sperzieboon of prinsessenboon

In Wikipedia valt te lezen dat de sperzieboon een peulvrucht is, die met de peul als groente gegeten wordt. De sperzieboon behoort tot de boon (Phaseolus vulgaris). Witte bonen zijn de gedroogde, volgroeide zaden van de stamsperzieboon. De sperzieboon wordt zoals gezegd ook wel prinsessenboon en verder nog slaboon of herenboon.

Oorspronkelijk is de sperzieboon afkomstig uit Zuid-Amerika.

De naam is afgeleid van `aspergieboontjes’. Deze boontjes danken hun naam aan het feit dat ze volgens oud-Hollands gebruik net als asperges met gesmolten boter en nootmuskaat werden opgediend.

Sperziebonen zijn wat zoet van smaak, zacht en toch ook wat knapperig. Het is een zeer voedzame groente die je gemakkelijk zelf kan telen en die absoluut een plaats verdient in je volkstuin of moestuin.

Omdat sperziebonen afkomstig zijn uit een tropisch klimaat, hebben ze behoefte aan een warme ondergrond voor het kiemen en groeien. De geringste nachtvorst zal de boon beschadigen. Bonen die te koud hebben gestaan kleuren geel.

Daarom mag je de sperziebonen nooit te vroeg in het jaar in de volle grond planten: als de zaden te vroeg ontkiemen, zullen ze zwakke planten opleveren. Verder geven sperziebonen de voorkeur aan een zonnige en beschutte plaats waar ze beschermd zijn tegen kille winden.

Voor wat betreft de bodemsoort is de sperzieboon niet echt kieskeurig. Het beste resultaat verkrijg je daarentegen als je ze kweekt op een lichte, humusachtige en niet te zure ondergrond. Ze zullen dan behoorlijk snel groeien en in juli – augustus veel bonen opleveren.

Belangrijk is ervoor te zorgen dat de grond nooit uitdroogt. Bonen verlangen een ondergrond die voldoende vochtig blijft, vooral direct na de bloei. Een te natte bodem is ook zeer slecht, want dan rot het zaad en zorgt zuurstofgebrek voor afstervende wortels.

Dat geldt trouwens in het algemeen. Ik heb ooit geleerd dat je de grond te allen tijde goed los moet houden. Dat kan het best met een drietand, dat werkt namelijk het makkelijkst.

Het is ook goed om mulch te strooien rond de jonge plantjes: gemaaid gras bijvoorbeeld op voorwaarde dat het gazon niet is behandeld met chemicaliën. Zo voorkom je dat er al te veel onkruid groeit tussen de bonenplanten en dat de ondergrond uitdroogt.

Kies verder een plaats uit in je moestuin waar vorig jaar geen spinazie is geteeld. De resten van de spinazie vormen de ideale plaats voor de vermeerdering van de bonenvlieg, die kieming van de boon tegengaat.

Een rijke bodem met veel organisch materiaal, daar houden bonen van. Aangezien ze een diep wortelsysteem hebben, meng je anderhalve spade diep best compost en ander organisch materiaal in de ondergrond. Het beste is de bodem een maand van te voren voorbereiden op het zaaien.

Vanwege de eisen aan de temperatuur zaai je sperziebonen het best tussen half mei en half juni in de volle grond. Het kan doorgaans tot half juli, maar de opbrengst van laat gezaaide bonen is wel lager. Wil je sneller kunnen eten van je sperzieboontjes dan moet je ze beschermd onder glas zaaien of in een kweekbak binnen in je huis. Dat kan dan vanaf half april.

Een tip: gebruik vochtig keukenpapier als bodem in de kweekbak en je zal zien dat het kiemen heel snel gaat. De kiempjes en wortels ontstaan heel snel en daardoor groeit de boon bij het verspenen in de volle grond ook een stuk sneller. In de kweebak kunnen de bonen dicht bij elkaar gezaaid worden.

Na twee tot drie weken kunnen de bonen worden verspeent met een onderlinge afstand van ±30 centimeter.

Tips: Als u de bonen direct in de volle grond wilt zaaien, let dan op het volgende:

  • Zaai ze ongeveer 5 centimeter diep of tot het eerste vingerkootje van je wijsvinger
  • Worden er meerdere rijen gezaaid, houdt dan een afstand van 75 cm aan tussen de rijen.
  • Voor het zaaien het plantgat goed vochtig maken, de boon in het plantgat stoppen en toedekken met grond. Verdrink de boontjes niet.
  • De onderlinge plantafstand is ongeveer 30 centimeter.

Na ongeveer 60 dagen zijn de sperziebonen gereed om geoogst te worden. Hoe jonger de bonen zijn bij de pluk, des te lekkerder de smaak. Let daarbij vooral op de textuur van de bonen: Een wat grove textuur is ideaal. Afhankelijk van het zaaitijdstip kunt u vanaf midden juli tot in oktober oogsten. Erg vroeg gezaaide boontjes kunt u zelfs begin juli al oogsten.

Om zoveel mogelijk bonen te oogsten, moeten de bonen regelmatig worden geplukt. Dat stimuleert de plant om nieuwe bonen aan te maken.

Eet de prinsessenboontjes wel zo snel mogelijk na het oogsten, omdat de peulen uitdrogen na het plukken. Al na enkele uren worden ze slap en buigzaam.

Er zijn veel verschillende typen en rassen sperziebonen. Meest eenvoudig om te kweken zijn de stamvariëteiten. Die plant groeit uit tot een soort van kleine struik, met een diameter van 30 – 40 cm. Stambonen hebben geen stokken nodig om helemaal uit te groeien. Let wel op een periode van overvloedige regen. Het gewicht van de peulen kan de ranken en de bonen tot op de grond laten hangen en de bonen gaan dan heel snel rotten. Ik los dat zelf op door onder de struik wat stro uit te strooien.

Behalve de lage soorten, ofwel de stambonen zijn er ook stok- of  klimbonen, die wel tot 2 meter hoog kunnen worden. Die bonen worden geteelt langs bonenstokken. De vorm van de stokken, ook wel tonkinstokken genoemd, kan in de vorm van een wigwam, met 4 of 5 bamboestengels, die je bovenaan vastbindt. De groei zal bovenin weliswaar overvloedig kunnen
zijn, maar regelmatig plukken geeft bonenplanten met een rijke opbrengst.

Meestal zie je de variëteiten met groene peulen, maar er zijn er ook soorten verkrijgbaar met paarse, gele, rode of bont gekleurde peulen.